Huiswerktips: Er is voor alles een plaats en een tijd!

Klik hier om de mededelingen van "tijd en plaats" te downloaden.

 “Zit je nu nog niet op je kamer?”

  • De meeste kinderen maken hun huiswerk liefst in een rustige omgeving. Maar ze moeten ook het gevoel krijgen dat ze er niet alleen voor staan. Bekijk samen met je kind wat de meest geschikte werkplek is. Dat is een plaats waar je kind ‘zich goed voelt’.

  • Blijf zelf in de buurt of loop regelmatig even langs.

  • Ga zelf ook aan de slag! Zo krijgt je kind het signaal dat het niet alleen moet ‘werken’.

 

  • Tracht ‘sterke afleiders’ (computer, gsm, televisie, …) uit de buurt te houden of uit te schakelen. Sommige kinderen houden echter wel van ‘achtergrondgeluid’ (muziek) tijdens het werken. Andere kinderen geven dan weer de voorkeur aan stilte.
  • Een vaste werkplek kan ook helpen, zodat bepaalde spullen kunnen blijven liggen.

  • Een opgeruimd werkblad is van belang! In principe moeten er alleen dingen op het bureau staan die nodig zijn voor de ‘studie’. Al de rest (spelletjes, gsm, tijdschriften, cd’s,…) zorgt alleen maar voor afleiding.

  • De studeeromgeving van je kind kan veranderen als het ouder wordt. Kleinere kinderen werken graag ‘in de omgeving’ van hun ouders, terwijl oudere kinderen vaker kiezen voor hun eigen kamer. Bespreek dat met je kind.

 

 

“Wanneer begin je er eens aan?”

 

  • Maak tijd voor je kind. Luister naar wat het te vertellen heeft en toon interesse voor gans het ‘schoolgebeuren’.

  • Spreek samen met je kind een (vast) beginuur voor het huiswerk af. Zo wordt huiswerk maken al sneller een ‘gewoonte’. Help je kind bij het nemen van de start.

  • Spreek ook een einduur af. Dit kan discussies vermijden! Bekijk samen de agenda en tracht daar een realistische tijdsplanning op te kleven. Leren inschatten hoeveel tijd je kind nodig heeft, is niet altijd even gemakkelijk. Het ene kind heeft meer tijd nodig dan het andere.   In een latere fase (derde graad) gaat je kind meer en meer zelfstandig leren plannen. Toch blijft de hulp van de ouders (en leerkrachten) hierbij nodig…

  • Het is soms moeilijk voor een kind om over te schakelen van leuke dingen naar het maken van huiswerk. Je kan de overgang iets gemakkelijker maken door je kind een kleine taak te geven voor het echt aan het werk gaat. Mogelijke taken: de tafel helpen afruimen, speelgoed laten opruimen, de papiermand laten leegmaken, …

  • Even ontspannen tijdens een (langere) taak is ook belangrijk. Als je kind problemen heeft om zich lang te concentreren, las dan een pauze in. Misschien helpt het ook als je vooraf afspreekt wanneer er een pauze kan worden ingelast. Als je merkt dat je kind te moe of te gefrustreerd is om door te gaan, is het beter om het werk stil te leggen en een tijdje iets anders te gaan doen.